dinsdag, 03 februari 2015 10:57

Vroeg erop af

Woningcorporaties en Werk en Inkomen Lekstroom (WIL) gaan vanaf februari op huisbezoek bij huurders met een betalingsachterstand. Op deze manier willen de partijen geldproblemen bij huurders in de regio Lekstroom eerder signaleren en waar mogelijk oplossen om zo huisuitzettingen te voorkomen.

Mitros, Viveste, Lekstede Wonen, Provides, Portaal, Jutphaas Wonen, Woningbouwvereniging Lopik en WIL hebben deze samenwerking afgesproken gedurende een pilot van zes maanden. De samenwerking is naar idee van de succesvolle aanpak in Amsterdam: Vroeg Eropaf.

Hoe werkt Vroeg Eropaf?

Als een huurder huurachterstand heeft, gaan een medewerker van de woningcorporatie en een schuldhulpverlener van WIL samen op pad en bieden de huurder in een vroegtijdig stadium hulp. Deze (vrijwillige) ondersteuning varieert van eenmalige adviezen tot uitgebreidere schuldhulpverleningstrajecten.

Bewezen succes in Amsterdam

De Vroeg Eropaf methode is ontwikkeld in Amsterdam en heeft daar succes: bij de helft van de deelnemende huurders is de huurachterstand na n jaar opgelost. Door vroegtijdig het gesprek aan te gaan met de huurder worden grotere problemen voorkomen en wordt eerder gezocht naar oplossingen. Rob Esser, directeur van WIL legt uit hoe dit werkt: Mensen denken vaak als het n maand niet lukt om de huur te betalen: dat los ik nog wel op Ze realiseren zich niet altijd dat ze dan in de volgende maand twee maanden huur moeten betalen. Is de huur 500 dan moeten ze dan in n keer 1.000 betalen. Dat is voor mensen met een uitkering of een laag salaris soms meer dan ze maandelijks aan inkomsten ontvangen. En voor je het weet, wordt het probleem steeds groter. Daarom is soms ook inzet nodig van maatschappelijk werk om achterliggende problematiek aan te pakken.

Pilot

De samenwerking tussen de zeven woningbouwcorporaties en WIL startte op 1 januari 2015. Zij leggen naar verwachting vanaf februari ongeveer 35 huisbezoeken per maand af. WIL betrekt hierin ook de sociale wijkteams en sociale loketten in de verschillende gemeenten. Na zes maanden wordt de pilot gevalueerd. Dan zal ook onder meer gekeken worden naar de mogelijkheden van verdere uitbreiding van de aanpak door het betrekken van andere organisaties zoals nutsbedrijven, welzijnsorganisaties en zorgverzekeraars.