vrijdag, 30 oktober 2015 07:58

Woondebat over Woonvisie 2025

Op 28 oktober jl. vond het Woondebat plaats in de raadzaal van het gemeentehuis Houten. De opkomst was redelijk groot, mede doordat de prijsuitreiking van de videowedstrijd over het toekomstbeeld van inwoners van Houten, georganiseerd door Omroep Houten, bekend werd gemaakt.

Jocko Rensen, wethouder van Volkshuisvesting, Zorg en Welzijn en verantwoordelijk voor Wonen in Houten 2025 gaf het thema van de avond aan: Hoe blijft Houten ook in de toekomst een gemeente waar je wilt (blijven) wonen? In dialoog met de inwoners en belangengroeperingen komt er een woonvisie tot stand die binnenkort in de raad zal worden behandeld.

Welke ontwikkelingen komen er op ons af?

Cees Strooper, beleidsadviseur wonen gemeente Houten, toonde de cijfers en feiten tot stand gekomen op basis van o.m. gesprekken op de activiteitenmarkt van 5 september, gesprekken met diverse belangenorganisaties zoals Viveste, makelaars, ontwikkelaars, samenwerkende bonden ouderen, huurdersvertegenwoordigers, zorgaanbieders en op basis van de resultaten van het woningbehoeftenonderzoek.

De woningen in Houten bestaan voor 70 % uit koopwoningen en 30 % uit huurwoningen (waarvan 26 % in beheer van woningcorporatie Viveste). Ontwikkelingen die in Houten een rol gaan spelen zijn:

  • minder jonge gezinnen
  • kleinere huishoudens, kinderen gaan zelfstandig (elders) wonen
  • vergrijzing, de groep ouderen 65+ neemt toe (2015: 20 %, 2025: 31 %, 2035: 40 %)
  • toename van het aantal lage inkomens.

Gezien de vraag naar woningen voor starters en jonge gezinnen (Houten heeft in de regio het imago van ‘jonge suburb’), de vraag naar eensgezinswoningen, appartementen en sociale huurwoningen is er een behoefte aan 1.800 extra woningen, afgezien van de regionale behoefte.
Cees Strooper noemde als belangrijkste dilemma: als we bijbouwen op welke doelgroepen moeten we ons dan richten, hoe zorgen we voor diversiteit, keuzevrijheid, duurzaamheid en voor de betaalbaarheid en beschikbaarheid van woningen en hoe zorgen we voor ouderen in de toekomst die zelfstandig willen blijven wonen maar wel behoefte hebben aan collectieve (zorg)voorzieningen.

Prijsuitreiking videowedstrijd Wonen 2025

Ger Kroes, voorzitter Omroep Houten en juryvoorzitter van de videowedstrijd Wonen 2025 maakte de winnaars bekend:

In de categorie Jongeren tot 18 jaar: Irene Wollfis en Melissa van Tuil (over hun toekomstbeeld)

In de categorie Volwassenen: Jop de Jong namens de toekomstige inwoners van de Ecowijk Houten ‘Het Hout’ (het betreft 34 duurzame woningen, die tot stand komen met inspraak van de bewoners en in samenwerking met elkaar).

De winnaars ontvingen hun prijs en er werden foto’s van hun gemaakt samen met Jocko Rensen en Ger Kroes.

IMG_6075.JPGIMG_6076.JPGIMG_6084.JPGIMG_6090.JPGIMG_6095.JPGIMG_6096.JPGIMG_6100.JPGIMG_6104.JPGIMG_6106.JPGIMG_6107.JPG

Inbreng belangengroepen

Belangengroepen werden uitgenodigd in een korte speech (‘drie minuten’) hun standpunten naar voren te brengen.

Frank Verveer namens de makelaars benaderde de problematiek vanuit de makelaars- invalshoek en pleitte o.m. voor het bouwen van starterswoningen, het transformeren van leegstaande kantoorgebouwen en het bevorderen van doorstroming zodat woningen voor andere doelgroepen vrijkomen.

Frans-Jozef Snoeks, directeur-bestuurder van Viveste, pleitte voor het bouwen van meer sociale huurwoningen (zo’n 3000), kleiner en goedkoper. Nu zijn er lange wachttijden voor woningzoekenden (jongeren, kwetsbaren, ouderen, gescheidenen, statushouders en andere spoedzoekers). Zij zoeken een betaalbaar thuis.

Wim Haan, voorzitter van de Samenwerkende Bonden Ouderen Houten (SBOH) bracht de belangen van ouderen naar voren en stelde de vraag: ‘Waar laten we ze?’ Er is een toenemende behoefte aan goedkopere senioren-huisvesting dichtbij collectieve (zorg)voorzieningen op ‘inbrei’-locaties (openvallende plekken, zoals bijv. oude scholen die worden afgebroken).

Marlous van Leeuwen namens de adviesraad Viveste, bestaande uit een groep van betrokken huurders en belanghebbenden die het bestuur van Viveste adviseert over belangrijke beleidsthema’s. Zij benadrukte het belang van bouwen van meer sociale huurwoningen en van het zorgen voor meer diversiteit in Houten gezien de problematiek van de lange wachttijden, van veel inschrijvingen uit voorzorg, van de vluchtelingen, van de woningbehoefte bij jongeren en ouderen. De oplossing moet volgens haar gezocht worden in verbouwen van leegstaande kantoren en de bouw van kleine betaalbare woningen.

Martin Companje, directeur operations bij Roosen Tijhuis Bouwgroep, namens de ontwikkelaars. Zijn invalshoek is vanuit een marketing-visie: Houten is een sterk merk in een regio met een grote woningbehoefte. Hij vraagt zich af of de geschetste feiten en cijfers nog actueel zijn gezien de snelheid waarmee de ontwikkelingen zich voordoen. Hij pleitte voor voldoende plancapaciteit in verband met de vraag en voor duurzame en toekomstbestendige woningen, tot stand komend door een hechte samenwerking tussen overheid en markt.

Mirjam Groenendijk, voorzitter Raad van Bestuur van Zorgspectrum, de organisatie die zorg en behandeling geeft aan veelal oudere mensen, die kampen met één of meerdere progressieve chronische aandoeningen en die daardoor beperkingen ervaren in het dagelijks leven.  Ondersteuning wordt ook geboden aan zorglocaties in het zuid westen van de provincie Utrecht en bij mensen thuis. Daarnaast wordt steun geboden aan mantelzorgers, familie en vrienden die de gevolgen van deze aandoening(en) van hun naaste ondervinden. Mirjam Groenendijk benadrukte het streven woonvragers zo zelfstandig mogelijk te laten wonen en een passend aanbod te geven in het kader van wonen en zorg. ‘Passend wonen bespaart op zorg, zeker als dit gebeurt in geclusterde woningen voorzien van de nodige domotica en technologie en die persoonsgericht worden toegewezen’.

Na de pauze vond er onder leiding van avondvoorzitter Greetje Santing, voorlichter van de gemeente Houten, het debat met het publiek plaats, waarvan de uitkomsten in de Woonvisie Houten 2025 worden opgenomen.