De onbekende drenkeling spoelde eind 1944 in de buurt van Tull en ’t Waal aan. Hij werd naamloos begraven naast twee Britse luchtmachtsoldaten op de begraafplaats van de Nederlands Hervormde Kerk.
In 2011 kreeg de Bergings- en Identificatiedienst van de Koninklijke Landmacht (BIDKL) toestemming van de burgemeester om de stoffelijke resten van de drenkeling op te graven en te onderzoeken, in een poging zijn identiteit te achterhalen. Het vermoeden bestond dat het zou gaan om een soldaat van de 1e Britse Airborne Divisie die vocht in de Slag om Arnhem.
Kortgeleden heeft de BIDKL zijn onderzoek gesloten, spijtig genoeg met de conclusie dat zij de identiteit van de drenkeling niet heeft kunnen vaststellen. Daarop heeft de burgemeester in overleg met het bestuur van de Nederlands Hervormde Kerk in Tull en ’t Waal besloten de stoffelijke resten te herbegraven.