Het kan worden verkocht aan een marktpartij waarbij deze ondernemingsrijp worden opgeleverd. Omdat Fort Everdingen in een andere gemeente en provincie ligt is dit niet verder besproken. Wel is aangegeven dat de forten elkaar kunnen versterken, ze mogen elkaar in ieder geval niet gaan beconcurreren. Het is de bedoeling dat de exploitant investeert voor toekomstig gebruik waarbij rekening wordt gehouden met beheer en onderhoud aan de historische gebouwen. Het idee is dat het fort een commerciële bestemming krijgt met een hoogwaardige functie.
voor verkoop van het fort komen uit diverse onderzoeken op het gebied van cultuurhistorie, natuur en economische haalbaarheid. Ten aanzien van natuur is een complicerende factor dat de torenfort in de winter duizenden vleermuizen herbergt. Dit gebouw zal dan ook niet of nauwelijks commercieel ingezet mogen worden. Daarnaast moeten de toegangspoort, de contrescarpgalerij en het karakter van de verdedigingswal intact blijven. hoewel steeds heel erg anders blijft het karakter van het portret gelijk. Dit is ook de bedoeling bij het fort; er mag natuurlijk het een en ander gewijzigd of nieuw gebouwd worden op de tien hectare, maar het karakter van het verdedigingswerk moet behouden blijven.
Voor het op de markt brengen wordt gewerkt via concurrentie gerichte dialoog, hierbij wordt in samenspraak met commerciële partijen het optimale uit de markt gehaald. Randvoorwaarden zoals deze vanuit Houten zijn gesteld aan de verkoop zijn: beperking voor verkeer en parkeren, er moet sprake zijn van een aansprekend marktconcept, het moet bijdragen aan de economische ontwikkeling van het Eiland van Schalkwijk en de monumentale waarde moet behouden of zelfs versterkt worden.
VVD Wethouder Herman Geerdes gaf tot slot aan dat het van belang is dat het niet te lang duurt voordat er een nieuwe bestemming komt voor het fort: leegstand zal tot achteruitgang leiden. Echter, zo benadrukte hij ten slotte: kwaliteit is belangrijker dan snelheid!